Roots

Tekst en foto's: Els Matthysen, stafmedewerker communicatie VVH

Erhan Demirci en Chokri Mahasinne

 

Chokri Mahassine en Erhan Demirci in de sociale woonwijk in Ham

Erhan Demirci (stand-up comedian) en Chokri Mahassine (organisator Pukkelpop) groeiden op in een sociale woonwijk in het Limburgse Ham. Twee generaties kijken tevreden terug op hun jeugd.

Onze wijk was onze thuis. We zaten daar met acht verschillende nationaliteiten

'Ik was een jongetje van vijf toen mijn familie in 1965 met het openbaar vervoer van Casablanca (Marokko) naar België emigreerde', gaat Chokri enthousiast van start. 'Al herinner ik me enkel flarden van de boot- en treinreis, wat me wel nog helder voor de geest staat, is de paniek die ik voelde toen mijn vader, die even uit de trein was gestapt om voor ons eten te kopen, zijn trein mistte. We moesten zonder hem de treinreis verderzetten. Maar blijkbaar is het in orde gekomen (lacht). In het Limburgse Ham vonden we een nieuwe thuis in de sociale Populierenwijk, ook “de cité” genoemd. Dagelijks vertrokken er vanuit de wijk busjes naar de fabriek waar mijn vader werkte. Ze produceerden isolatiemateriaal. Helaas is mijn vader net als vele anderen gestorven aan de effecten van de hoogovens. Bij gebrek aan aangepaste beschermkledij heeft hij in de fabriek zijn longen verbrand. Het was vreselijk om te zien hoe hij op latere leeftijd sukkelde met zijn gezondheid.’

Erhan: ‘Als ik je hoor vertellen over je papa, dan moet ik denken aan mijn grootvader. Ik had niet gedacht dat ik er zo emotioneel bij zou worden, maar ze zijn van dezelfde generatie.’ Het ouderlijk huis van Erhan staat op vijf minuutje wandelen van het ouderlijk huis van Chokri. ‘Mijn grootouders waren bevriend met Chokri’s ouders. Mijn grootvader, en later ook mijn vader, is van Turkije naar Limburg verhuisd om in de mijnen te werken. Toen de mijnen begin jaren 90 hun deuren sloten, was ik een jaar of tien. Ik ben in 1983 geboren.’

Hoe was het om op te groeien in de Populierenwijk?
Chokri: ‘Toen mijn ouders in de jaren 60 in de sociale woonwijk kwamen wonen, was de Populierenwijk nog volop in aanbouw. Het waren de gouden arbeidsjaren. Iedereen had werk. Als eerste migratie Marokkanen waren mijn ouders, toen twintigers, zeer welkom. Het was een wijk met enkel jonge arbeidersgezinnen, meestal migranten, toen ‘gastarbeiders’ genoemd. Onze wijk was onze thuis. Wij zaten daar met acht verschillende nationaliteiten: Grieken, Turken, Marokkanen, Spanjaarden, Italianen, Hollanders, Duitsers en een paar Belgen, allemaal arbeidersgezinnen. Er viel elke dag wel iets nieuws te ontdekken.’

Erhan: Opgroeien in een sociale woonwijk, dat vormt je. Ik heb naast de warmte en liefde van mijn ouders, veel steun gekregen van mijn "broers", mijn oudere vrienden en rolmodellen in de wijk

Welke taal spraken jullie onderling?
‘Wij spraken altijd Nederlands met elkaar,’ antwoordt Chokri fier. 'Na goed en wel een jaar sprak ik vlot Nederlands, omdat ik ook buiten de school met mijn vriendjes uitsluitend Nederlands praatte. Dat was ook de reden waarom wij destijds sneller integreerden, dan mensen die in een wijk woonden met bijvoorbeeld uitsluitend Marokkanen of Turken. Je moest wel met elkaar Nederlands praten, anders begrepen we elkaar niet.'

Wat is je meest levendige of mooiste herinnering?
Chokri: ‘Wij waren de hippies van de jaren 60’. ‘En wij waren de hangjongeren’, voegt Erhan lachend toe. Chokri: ‘Alle kinderen uit de wijk gingen naar dezelfde school, in het centrum van Ham. Een schoolbus pikte ons op in de wijk’. Erhan: ‘Je kende elkaar door en door. We gingen ook samen “uit” en kwamen daarbij niets tekort. Mijn vader, mijn nonkels, Chokri,… iedereen kende elkaar. Die oudere generatie – ik noem ze vaak mijn “oudere broers” – heeft voor míjn generatie de weg gebaand. Een leuke anekdote: we kregen zakgeld van onze ouders, maar als we uitgingen, of op straat waren, dan werden we door die andere generatie in de watten gelegd. Als we bijvoorbeeld op een fuif aankwamen met 100 frank op zak, werden we getrakteerd, en dan gingen we soms, nadat we ons goed geamuseerd hadden, met 200 frank op zak naar huis. Dat was geweldig. Als wij met alle jongeren van de sociale woonwijk op een fuif toekwamen, dan wáren wij de fuif (lacht). Ik kan mij geen betere jeugd voorstellen. Al hadden we minder materiële dingen dan de jeugd nu, die samenhorigheid was enorm. We kwamen van school, aten vlug iets en speelden tot ’s avonds laat op straat. We waren met een grote groep en we voelden ons thuis in de wijk. Misschien kwam dat wel door het multiculturele karakter. Ook heel bijzonder was het contact tussen de buren van uiteenlopende leeftijden. Ik mis die gezellige drukte. Die vrijheid, voetballen op straat met je vrienden, dat was de hemel op aarde. Die spontaniteit, iedereen die altijd beschikbaar was, heerlijk.’

En toen?
Chokri: ‘Ik ben op mijn twintigste gaan studeren in Hasselt. En dat was het einde van mijn mooie jeugd in de Populierenwijk.’ Erhan: ‘Bij mij loopt dat gelijk op. Op mijn 20ste ben ik in Brussel gaan studeren en ik ben daar gebleven. Sinds 2003 woon ik in Brussel, in een volkse wijk in Schaarbeek: één grote Populierenwijk bij wijze van spreken.’ Chokri: ‘Net zoals wij, zijn er veel mensen, ook volwassenen, vertrokken uit de wijk van zodra ze zich konden verbeteren. Dat is een normale gang van zaken. Ook al was de sfeer in de wijk goed, mensen willen graag groter gaan wonen.’

Van je hobby je beroep maken
Chokri: ‘Na mijn lerarenopleiding ben ik begin jaren 80 opgevist door de Socialistische Mutualiteit die toen een jeugdbeweging in Limburg wilde opstarten. Ze zagen dat ik in mijn vrije tijd een jongerenvereniging (Humanistische Jongeren Leopoldsburg) met succes leidde. Als verantwoordelijke voor de opstart van jeugdbewegingen in Limburg heb ik zeer veel geleerd. Ik heb door die job ook veel mensen leren kennen, zoals bijvoorbeeld Steve Stevaert. We waren een zeer dynamische groep van wereldverbeteraars. Dré Steemans, later bekend geworden als “Felice” zat ook in onze vriendenkring. Iedereen van die groep heeft zich maatschappelijk geëngageerd en heeft daarna maatschappelijk iets bereikt. Het zijn vrienden voor het leven gebleven. In 1985 ben ik samen met mijn vrouw en HJ Leopoldsburg (onze jeugdvereniging) met Pukkelpop gestart. Wat als hobby startte, groeide uit tot ondernemerschap. Intussen leid ik al jaren het Pukkelpopteam. Van 1999 tot 2014 was ik politiek actief, maar ik ben Pukkelpop blijven organiseren.’
Erhan: ‘Dat is best wel grappig, ook ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken. In mijn wilde jaren was ik een echte speelvogel. Maar ik besefte dat, als ik er iets van wilde maken in het leven, ik uit Ham moest vertrekken. Ik had nood aan een andere omgeving om me te kunnen focussen op mijn studies. Ik studeerde marketing en communicatie, eerst in Brussel en later in Amerika (Washington). Na mijn studies werkte ik twee jaar voor Toyota Europe in Brussel. Ondertussen deed ik comedy als hobby en voor dat je ’t weet loopt dat volledig uit de hand en wordt dat je beroep. Net als Chokri met Pukkelpop.’ Beiden lachen hartelijk.

Chokri: Naast respect hebben voor elkaar en opkomen voor jezelf heb ik in de Populierenwijk leren samenwerken. En daar pluk ik nog dagelijks de vruchten van want een festival als Pukkelpop organiseren, dat kan je niet alleen.

Hoe hebben je roots je professionele carrière beïnvloed? Waar heb je later het meeste aan gehad?
Chokri: ‘Herman Schueremans, de organisator van Rock Werchter en mijn vriend van het eerste uur, noemde mij altijd de Marokkaanse kruidenier. Als we onderhandelden met managers om groepen binnen te halen, dan ging ik altijd zeer zuinig met geld om. Dat heeft alles met mijn roots te maken. Als je opgroeit in een sociale woonwijk of in een arbeidersmilieu, leer je veel bewuster met geld omgaan.’ Erhan: ‘Wat ook opvalt, is dat de sfeer op Pukkelpop, in tegenstelling tot een festival als Rock Werchter, erg aanleunt bij de sfeer in de sociale woonwijk. Net als toen in de cité zijn het publiek en de groepen heel divers: hiphop, rock, pop, folk,… Alle genres komen aan bod.’
Erhan: ‘Opgroeien in een sociale woonwijk, dat vormt je. Ik heb, naast de warmte en liefde van mijn ouders, veel steun gekregen van mijn “broers”, mijn oudere vrienden en rolmodellen in de wijk. Al moet ik ook toegeven dat ik van hen - als we kattenkwaad uitstaken - meer “rammel” heb gekregen dan van mijn eigen ouders (lacht). Sociale controle hé. Hoe mijn roots mijn werk beïnvloedde? Al kan ik soms heel hard uit de hoek komen en veeleisend zijn tegenover de mensen waarmee ik werk, ik heb zeer veel respect voor de mensen met wie ik werk, van mijn techniekers tot mijn road management. Ik wil dat iedereen zich goed voelt.’ Chokri: ‘Ik herken dat. Naast respect hebben voor elkaar en opkomen voor jezelf heb ik in de Populierenwijk leren samenwerken. En daar pluk ik nog dagelijks de vruchten van want een festival als Pukkelpop organiseren, dat kan je niet alleen. Erhan: ‘Acht verschillende nationaliteiten, acht verschillende culturen, het was niet altijd even gemakkelijk om te overleven. Je moest voor jezelf opkomen. Je moest wel met elkaar samenleven en daar leer je ontzettend veel van.’ Chokri: ‘Je leert ook jezelf te relativeren. Ook al ben ik daar al heel wat jaren weg, ik blijf met mijn beide voeten op de grond en verloochen mijn roots niet, integendeel.’

En voor jou, Erhan? Zijn jouw roots een inspiratiebron?
Erhan: ‘Ik gebruik mijn roots inderdaad ook in mijn voorstellingen. Toen ik opgroeide, was ik gewoon een allochtoon. Ik was gewoon iemand van de wijk. Vandaag ben je “moslim”, “Turk” of wat dan ook. Wat ik niet verwerk, zijn clichés zoals “Marokkanen/Turken stelen handtassen”. Die stadia zijn we gelukkig al gepasseerd. Ik breng in mijn huidige voorstelling “Komt goed” verhalen gebaseerd op reële gebeurtenissen uit mijn jeugd, maar ik heb het er ook over hoe ik Brussel heb zien veranderen door de aanslag van 22 maart 2016. Na de aanslag schoven mensen briefjes onder elkaars deur met de boodschap “zullen we afspreken?” Al wens je het niemand toe, een ramp brengt mensen dichter bij elkaar. Ook al woonde ik al veertien jaar in Brussel, na de aanslag begonnen mensen in het blok waar ik woon elkaar te begroeten. Die positieve ommekeer heb ik opgenomen in mijn voorstelling. Ik vertel dat verhaal vanuit een reële ervaring.’ Chokri: ‘Dat was ook zo na de aanslagen van “9/11”. De New Yorkers zijn toen ook naar elkaar toe gegroeid. Dat zegt ook iets over de rekbaarheid van een stad of het verlangen naar openheid van mensen.’

Kunnen we daar iets uit leren voor het samenleven in sociale woonwijken?
Erhan: ‘Ik hoop niet dat we een ramp nodig hebben om mensen elkaar te laten ontmoeten. Het is in elk geval zo dat wanneer je de andere kent, je minder problemen hebt.’
Chokri: ‘Zorg voor een gezonde mix: een sociale woonwijk waar zowel jonge gezinnen, alleenstaanden als ouderen samenleven. Divers in leeftijd, maar ook divers in nationaliteit. Vermijd concentratiewijken zoals buurten met huurders van uitsluitend Marokkaanse of Turkse origine. Het multicultureel samenleven heb ik altijd heel verrijkend gevonden. Godsdienstige verschillen waren er toen ook. Maar als je opgroeit en vrienden hebt van diverse nationaliteiten en ideologieën, dan krijgt die verscheidenheid een concreet gezicht. ‘Erhan: ‘Door het multicultureel samenleven voel je je niet meer “anders”. Al zorgt dat samenleven soms wel voor problemen. En dan kan een goede wijkwerking waarbij je mensen bij elkaar brengt, wonderen doen. Toen het bij ons (de 2de en 3de generatie allochtonen) moeilijk liep, hebben straathoekwerkers een belangrijke rol gespeeld. In de jaren 90 zijn we met een groepje jongeren uit de wijk samen met John, die nog steeds jeugdwerker is, op graffititocht naar Brussel gegaan. Het zijn vaak ogenschijnlijk kleine dingen die een enorme impact kunnen hebben. Door die uitstap naar Brussel, was de stap kleiner om er later te gaan studeren. Gaandeweg leer je er mensen kennen, mensen die in de media zitten en comedy en theater brengen. Zo gaat de bal vaak aan het rollen. Intussen woon ik er veertien jaar. Ook ouders kunnen een belangrijke bijdrage leveren. Mijn moeder is nog steeds actief in de wijk.’

Wat kan helpen voor een meer positieve beeldvorming van sociaal wonen?
Erhan reageert verwonderd: ‘Bestaat er dan een negatief beeld? Als dat zo zou zijn, dan helpt het zeker om mensen te laten kennismaken met de wijk. Dat doen ze bijvoorbeeld ook in Molenbeek, via georganiseerde wandelingen in de wijk. Bezoekers gaan dan op café bij de Marokkanen, eten een pita bij de Turken en trekken naar de markt. Als je dan van bijvoorbeeld twintig deelnemers er twee van gedachten kunt laten veranderen, dan is dat winst.’ Al heeft deze wijk niet de beste reputatie, er zit zeer veel jong talent en er zijn veel toffe dingen te ontdekken. Chokri: ‘Waar mensen ook wonen, of dat nu in een cité, een sociale woonwijk of een blokwijk is, het allerbelangrijkste is dat je mensen betrekt door hen te erkennen en als evenwaardig te zien. Toon respect! Daar waar je hartelijkheid, warmte en vriendschap voelt, daar voelen mensen zich thuis. En als mensen zich thuis voelen, zullen ze meer geneigd zijn om dat gevoel ook terug te geven.’

Hoe moet je dat concreet aanpakken?
Chokri: ‘Vanzelf gaat dat niet. Het initiatief moet van de huurders zelf komen. Zorg daarom dat mensen elkaar leren kennen. Kinderen kunnen daarbij verbindend werken. Ik kan het niet hard genoeg benadrukken: “Pas op met het verouderen van de wijken. Als er geen gezinnen meer wonen waarbij kinderen met elkaar in contact komen, wordt het allemaal veel moeilijker. Want door de kinderen leren de ouders elkaar leren. Chokri: ‘Laat ze een beetje los en dan komt het in orde. Je moet dat niet teveel zelf willen sturen.'

Komen jullie nog op de wijk?
Erhan: ‘Ik kom hier maandelijks. Mijn ouders wonen nog in het huis waar ik opgroeide. Mijn vrienden van toen zijn mijn basisvrienden van nu. Omdat er veel mensen vertrokken zijn uit de wijk, hebben we twee jaar geleden een reünie georganiseerd in de Populierenwijk. [foto FC populieren waar Chokri en Erhan opstaan met de beker – PC Populieren kampioen]. De emotionele waarde van die reünie zal ik nooit vergeten. Mensen die elkaar vijftien jaar niet meer gezien hadden, vielen elkaar wenend in de armen. Chokri: Voor mij ligt het emotioneel moeilijk om in de wijk te komen.

Meer info? www.erhandemirci.be & www.komt-goed.be - www.pukkelpop.be

BRON: Fundamenten 2018-1 artikel Roots

Chokri Mahassine (organisator Pukkelpop) en Erhan Demirci (stand-up comedian) in sociale woonwijk in Ham.

 

 

Chokri Mahassine (l) en Erhan Demirci in Populierenwijk, Hamme

 

Chokri Mahassine (l) en Erhan Demirci in Populierenwijk, Hamme

 

Chokri Mahassine (links) en Erhan Demirci

 

Erhan Demirci

 

Chokri Mahassine

 

Sociale woonwijk "Populieren"

 

ouderlijk huis Erhan

 

ouderlijk huis Chokri